Shin Megami Tensei V
Ik kan me nog goed herinneren dat Shin Megami Tensei V als één van de eerste games voor de Nintendo Switch werd aangekondigd. Een klein groepje fans, inclusief mijzelf, houdt de game sindsdien goed in de gaten. Ruim vier jaar later verschijnt het spel en is dat kleine groepje fans toch aardig gegroeid. In de schaduw van het populaire Persona 5 krijgt de nieuwe MegaTen aardig wat media-aandacht. Gelukkig maar!
Eigenlijk zijn de Persona-games namelijk spin-offs van de Shin Megami Tensei-serie. De verwarring is echter niet zo gek, zelfs fans zijn het er niet over eens wat in deze reeks nu onder de hoofdserie valt en wat niet. Dat maakt deze release ook zo bijzonder. De enige oudere 3D-televisiegame uit de hoofdserie is namelijk Shin Megami Tensei III, toevallig niet lang geleden opnieuw uitgebracht voor onder meer de Nintendo Switch.
3D-SMT?
De vergelijking tussen de twee SMT-games is dan ook snel gemaakt. En dat is alleen maar positief. In beide games bevind je je in een verwoest Tokyo waar engelen proberen de orde te herstellen en demonen liever het recht van de sterkste zien zegevieren. Als een – aanvankelijk – neutrale speler sta je er zelf tussenin en maak je uiteindelijk een keuze voor één van de te bewandelen wegen (chaos, orde of neutraal). In SMT III gebeurde dit met een optelsom van alle keuzes die je onderweg maakte; in SMT V maak je de keuze pas een paar uur voor het einde van het spel. Het maakt het makkelijker om alle eindes te halen, maar betekent ook dat de keuzes die je tussendoor maakt geen consequenties hebben.
Nog een gelijkenis die me opviel tussen beide Shin Megami Tensei-games is het dunne plot. Zeker, er is een verhaal om te volgen en er zijn allerlei sidequests, maar SMT V slaagt er goed in om er weinig woorden aan te verspelen. In plaats daarvan is de ambiance van het spel geweldig. Het spel heeft geen woorden nódig om duidelijk te maken wat er aan de hand is en blijft je middels baasgevechten, collectibles en sidequests uitdagen om steeds sterker te worden.
Smirk!
Ondertussen onderga je van begin tot eind een krachtmeting. De serie staat bekend om de pittige moeilijkheidsgraad en hoewel de reeks talloze moeilijkere games heeft gekend, kun je je op ‘normal’ toch weinig fouten veroorloven. Opvallend is hoe goed het turn-based gevechtssysteem in 2021 overeind blijft. De kudos hiervoor gaan zeker ten dele naar het nog altijd geniale ‘press turns’-systeem: je raakt een zwakke plek van je tegenstander en dat levert je een extra beurt op. Heel simpel, maar het geeft zóveel voldoening en werkt verslavend. Nieuw is de ‘magatsuhi’-meter die je langzaam opvult en waarmee je een speciale skill kunt inzetten, bijvoorbeeld een die al je aanvallen één beurt lang ‘critical’ maakt. Dit instrument blijkt al gauw onmisbaar in baasgevechten, zeker omdat je daar toch snel tegen de limiet van je MP-meters aanloopt.
In een review als deze, waarbij je aanvoelt dat er toch minimaal een 9 in zit voor de game, ga je toch al snel op zoek naar minpuntjes. En die zijn er wel: de fps is op sommige punten in de game bijzonder laag. Het laden van de vrij grote gebieden in het spel vragen het uiterste van Nintendo’s console en dat uit zich soms in een lage framerate. Hoewel het zichzelf vaak snel weer oplost, ben ik er hier en daar toch per ongeluk door in een gevecht beland. Het kan je zomaar de kop kosten. Daarover gesproken: het opslaan van je spel doe je handmatig bij Leyline-punten, er is geen auto-save. Nu probeer ik regelmatig op te slaan, maar zo heb ik wel een paar baasgevechten opnieuw moeten behalen.
Conclusie
Het zijn kleine minpuntjes in een verder fenomenale moderne klassieker. Ja, turn-based gevechten in 2021 kunnen nog. En hóe! De ambiance evenaart die van de derde SMT en de wereld is zo prachtig als de gevechten verslavend zijn. Om de verplichte vergelijking met Persona 5 dan toch nog te maken: de soundtrack is minstens net zo goed!